De neuropsycholoog weet dat de verhoging van de pensioenleeftijd geen breed gedragen ontwikkeling is, maar voor het brein is het juist goed. ‘Studies laten zien dat het gezond is wanneer je je elke dag tot iets moet zetten. Je hersenfuncties en vitaliteit worden vergroot op het moment dat je ergens moeite voor moet doen. Dat is gekoppeld aan werk: je dient ergens op tijd te zijn, je moet de trein halen, deelnemen aan het verkeer, een opdracht vervullen. Dat is een prikkel die je niet wilt verliezen. Het brein wil uitdaging.’
Belangrijk is dat die prikkel, die uitdaging, wordt gefaciliteerd door de werkgever. ‘Bedrijven moeten zich zo gaan opstellen dat iedere werknemer zich op elk moment en op elke leeftijd moet kunnen ontwikkelen. Wanneer een werknemer geen uitdaging meer krijgt, verdwijnt de motivatie en zit hij als het ware zijn tijd uit. Daar heeft niemand iets aan.’
Levenselixer
De baas moet proactief handelen zodat de werknemer niet inactief wordt, vindt hij. ‘Hij moet motiveren. Cursussen aanbieden en mogelijkheden geven om, zelfs al is die persoon 56 jaar, nog hogerop te kunnen wanneer hij ambitie toont. Elke dag moet er iets zijn waardoor de werknemer denkt: dit wordt een actieve dag, er is perspectief, ik kan weer vooruit.’
Natuurlijk ligt daar ook een eigen verantwoordelijkheid. ‘Als jij schouderophalend streepjes zet met het aantal dagen tot je pensioen, kan het voelen alsof het nog heel lang duurt tot het zover is. Je brein sukkelt eerder in naarmate je ouder wordt, het wordt minder vindingrijk.
‘Routine is dodelijk. Draai het om: zorg dat je nog graag door wilt, denk na over promotie, kijk waar de kansen voor salarisverhoging liggen. Denk niet dat je alles wel hebt gedaan en beleefd, zorg juist dat je zin in dingen houdt. Dat is je levenselixer.’