Vrouwen tot 36 jaar verdienen gemiddeld 1.400 euro bruto per jaar minder dan mannen; 4 procent. Boven de 35 groeit het verschil naar ruim 3.600 euro, een salarisachterstand van 8 procent. Dat blijkt uit het recentste Nationaal Salaris Onderzoek van Nyenrode en Intermediair.
En dit verbetert niet. Vergeleken met 2015 was in 2017 het salaris van 58 procent van de mannen en 48 procent van de vrouwen gestegen. Een salarisdaling was te zien bij 35 procent van de mannen en 42 procent van de vrouwen.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat over 2014 zelfs ruim 16 procent meer beloning voor mannen noteerde, is circa 7 procent onverklaarbaar uit de aard van beroepen, opleiding en deeltijdwerk. Dus resteert er domweg te veel discriminatie.
Vrouwen meer punctueel
Nou, dat valt nog maar te bezien, blijkt uit Australisch onderzoek onder 8.000 werkers gepubliceerd in Oxford Economic Papers. De conclusie daarvan luidt: beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen worden tevens veroorzaakt door achievement motivation, te vertalen met de motivatie om succes, prestatie en/of resultaat na te streven. Of in reclametermen: ‘het begint met ambitie’.
Econome Leonora Risse en haar team van de RMIT University in Melbourne gebruikten een bestand van Australische huishoudens om daaruit full- en parttime werkers het hemd van het lijf te vragen over werk, beloningen, sociale achtergronden en ook karaktereigenschappen.
Ze vonden een groot beloningsverschil tussen mannen en vrouwen: wel 20 procent. Eerder onderzoek toont aan dat twee (on)hebbelijkheden het verschil maken: degenen die beter werken, dat wil zeggen meer kwaliteit, snelheid en doelgerichtheid tonen, krijgen meer betaald. Dat geldt ook voor personen die minder meegaand zijn, oftewel egocentrischer – en bereid om onaangename besluiten te nemen.
Ook in dit onderzoek blijken vrouwen op het laatste punt een ‘achterstand’ te hebben: ze zijn meer bereid tot compromissen en samenwerking. Echter, dit verschil zou volgens de onderzoekers voor een groot deel opgeheven worden door het eerste punt: vrouwen werken beter, met meer concentratie en meer nauwgezet uitvoeren van taken.
Faalangst en succesverwachting
Dus spitten de onderzoekers verder in de data en stuitten op twee factoren die ze gezamenlijk de achievement motivation noemen:
1. Faalangst: vrouwen scoren hoger op deze emotie – die overigens iedereen op welke manier dan ook af en toe kwelt – en dat werkt negatief uit voor het nemen van risico en het nastreven van nieuwe mogelijkheden. Daartoe hoort ook het vragen om opslag en/of het streven naar een beter betaalde functie.
2. Hoop op succes: dit kenmerk motiveert werkers om op zoek te gaan naar mogelijkheden om verder/hogerop te komen, met de verwachting dat dit ook zal lukken, en indien nodig bij een andere werkgever. Juist hierop scoren mannen hoger.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de invloed van de faalangst en vertrouwen in succes niet zo zwaar meewegen: minder dan 5 procent van het beloningsverschil wordt hierdoor bepaald. Echter, dit is een vertekend beeld. Het overgrote deel van het beloningsverschil is volgens deze Australiërs toe te schrijven aan onderscheid in soorten banen (zorg versus financiële sector bijvoorbeeld) en werkgevers (bedrijfsleven versus overheid), opleidingen en al dan niet in deeltijd werken. Net zoals het CBS noteert.